Marc Wauman a étudié le droit à l’université de Gand et les sciences fiscales à la Fiscale Hogeschool à Bruxelles. Dès 1990, il fait sa première expérience pratique auprès de Pricewaterhouse Coopers (à l’époque Coopers & Lybrand) à Bruxelles. Il devient avocat au barreau d’Anvers à l’automne 1992. Déjà comme stagiaire, ensuite comme collaborateur et plus tard comme associé, il œuvrera sans cesse au développement du cabinet. Il est surtout actif dans le domaine de l’impôt sur les revenus, avec un intérêt particulier pour le droit des sociétés et les différents aspects de la fiscalité internationale (impôt des non-résidents, conventions préventives de la double imposition, droit fiscal européen, taxe Caïman pour les constructions juridiques étrangères, etc.). Il jouit également d’une très grande expérience en matière de régularisations fiscales. Marc Wauman a enseigné à l’Instituut voor Hoger Economisch Onderwijs van de Belgische Kamer voor Rekenplichtigen (BKR), puis à la Hogeschool Antwerpen, à l’Artesis Hogeschool et à l’Artesis Plantijn Hogeschool (APH). Dans le cadre de la formation “postgraduat en fiscalité”, il y enseigne la “procédure contentieuse en matière d’impôts sur les revenus”, qui s’inscrit directement dans son activité professionnelle quotidienne. Il participe souvent aux séminaires fiscales et est membre de la rédaction “jurisprudence fiscale étrangère” de la revue Tijdschrift voor Fiscaal Recht ainsi que membre de l’IFA (Association Fiscale Internationale) et de la Fiscaal Gezelschap (association d’avocats fiscalistes, de juges fiscaux et de conseils fiscaux).

Matières de prédilection

  • Procédure fiscale
  • Impôt des sociétés
  • Conventions préventives de la double imposition
  • Rulings
  • Régularisations fiscales
  • Droits de succession et d’enregistrement

Sélection des publications

Livres 

  • “Grensoverschrijdende tewerkstelling: welke Staat is heffingsbevoegd?” in Fiscaal Dreamteam – compilatie 2020, Brussel, Forum for the Future 2020,
  • “Krachtlijnen betreffende interesten inzake inkomstenbelastingen” in Fiscaal Dreamteam – compilatie 2019, Brussel, Forum for the Future 2019, 285-305
  • “De heffingsbevoegdheidsregels uit het OESO-Modelverdrag 2017” in Fiscaal Dreamteam – compilatie 2018, Brussel, Forum for the Future 2018, 197-223
  • “Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen” in Fiscaal Dreamteam – compilatie 2017, Brussel, Forum for the Future 2017, 323-344
  • “Wat rest er van het Belgisch bankgeheim in de inkomstenbelastingen?” in Fiscaal Dreamteam – compilatie 2014, Brussel, Forum for the Future 2014, 87-106
  • “Artikel 7: Ondernemingswinst”, in Het Belgisch Nederlands Dubbelbelastingvedrag, B. Peeters (ed.), Brussel, Larcier 2008, 119-148
  •  “Artikel 7: Ondernemingswinst”, in Het nieuwe Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag, B. Peeters (ed.), Brussel, Larcier 2001, 109-138
  •  “Aankoop en verkoop van bedrijfsactiva boven en beneden de waarde in de inkomstenbelasting”, in Gentse Geschriften, Raakpunten en spanningen tussen fiscaal recht en boekhoudrecht, S. VAN CROMBRUGGE (ed.), Kalmthout,  Biblo, 1990, 257-271

Revues juridiques 

  • “Beschikking over (wisselend) kantoor bij opdrachtgever vormt vaste inrichting”, T.F.R. 2019, nr. 553, 36-39
  • “Wie belast een in Nederland wonende piloot die deels vanuit in Italië werkt voor een Britse luchtvaartonderneming, T.F.R. 2018, nr. 542, 513-518
  • “Veronderstelt een fiscale aftrek voor minderwaarden het recht om meerwaarden te belasten?”, T.F.R. 2015, nr. 477, 196-202
  • “De grensarbeidersregeling in het Duits-Frans dubbelbelastingverdrag”, T.F.R. 2011, nr. 398, 239-244
  • “Kan een definitief geworden directoriale beslissing nog bestreden worden?”, T.F.R. 2009, nr. 368, p. 804-808
  • “DBI van financieringsvennootschappen: aftrek in functie van schuldratio”, T.F.R. 2008, nr. 337, 228-230
  • “Vergoeding wegens niet nakomen van een belofte tot tewerkstelling onder het Duits-Zwitsers dubbelbelastingverdrag”, T.F.R. 2008, nr. 336, 177-180
  • “’Tax on tax’ gebillijkt”, T.F.R. 2007, nr. 324, 576-579
  • “De kwalificatie van liquidatie-uitkeringen onder het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag”, T.F.R. 2006, nr. 308, p. 751-753.
  • “Hof van Justitie wijst meest begunstigde natie-behandeling van de hand”, T.F.R. 2006, nr. 304, 587-590
  • “Pensioenkapitalen onder de dubbelbelastingverdragen: art. 18 of 21?”, T.F.R. 2006, nr. 300, 341-343
  • “Bruto of netto: de onenigheid duurt voort”, T.F.R. 2006, nr. 295, 107-108
  • “De loutere aankoop van goederen leidt niet tot een vaste inrichting”, T.F.R. 2005, nr. 281, 462-464.
  • “Bouwwerf en vaste inrichting”, T.F.R. 2004, nr. 265, 682-684
  • “Aanvang invorderingstermijn veronderstelt regelmatige verzending van aanslagbiljet”, T.F.R. 2004, nr. 257, 267-268
  • “De grenzen van art. 315, lid 1, WIB 1992 opnieuw verkend”, T.F.R. 2003, nr. 241, 447-448
  • “Over vorderingen in rechte van de fiscus tegen de belastingplichtige en het bankgeheim in de inkomstenbelastingen”, T.F.R. 2003, nr. 238, 280-282
  • “Over het voorleggen van de boekhouding zonder verplaatsing en feitelijke vermoedens”, T.F.R. 2003, nr. 235, 123-125
  • “Kunnen huurvoordelen beroepsinkomsten zijn?”, T.F.R. 2001, nr. 203, 598-600 “Het bedrijf of de rechtspersoon: wat telt voor de verliesrecuperatie?”, T.F.R. 1996, nr. 144, 212-218 
  • “Meerwaardentabellen natuurlijke personen en vennootschappen”, T.F.R. 1994, nr. 124, 78-81 
  • “noot onder Antwerpen 15 september 1998”, T.F.R. 1999, nr. 163, 53-55 
  • “Procedure”, dans Overzicht van rechtspraak inkomstenbelasting 1993-1994, T.F.R. 1997, nr. 147-148, 83-92 

Revues d’actualité 

  • “Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van zelfstandige: restartikel”, Fiscoloog (I) 2012, nr. 348, 5-8 
  • “Vervangingsinkomsten: wie mag belasting heffen?”, Fiscoloog (I), 2012, nr. 342, 1-4 
  • “Fictief loon valt onder artikel 15 van het ‘nieuw’ verdrag”, Fiscoloog (I) 2011, nr. 330, 1-3 
  • “De moeizame toepassing van het bestuurdersartikel”, Fiscoloog (I) 2011, nr. 326, 3-7 
  • “Langere aanslagtermijn voor buitenlandse inkomsten?”, Fiscoloog (I) 2009, nr. 309, 3-8 
  • “Aftrek hypotheekrente: ook voor niet-ingezetenen”, Fiscoloog (I) 2009, nr. 303, 5-8 
  • “Kan een grensarbeider buiten grensstreek werken met behoud statuut?”, Fiscoloog (I) 2008, nr. 298, 1-4 
  • “Progressievoorbehoud: concrete berekening”, Fiscoloog (I.) 2007, nr. 280, 5-7 
  • “Belgisch-Braziliaans dubbelbelastingverdrag: vrijstelling B.V. zonder formaliteiten”, Fiscoloog (I.) 2006, nr. 270, 5-7 
  • “Administratieve toelichting bij de 183-dagenregeling”, Fiscoloog (I.) 2005, nr. 259, 6-8 
  • “Het belastbare tijdperk in de BNI”, Fiscoloog (I.) 2005, nr. 264, 4-5 
  • “Sociale uitkeringen onder het oude verdrag: restartikel”, Fiscoloog (I.) 2005, nr. 258, 6-8 
  • “Verlaagde bronheffing niet afhankelijk van formaliteiten”, Fiscoloog (I.) 2004, nr. 249, 1-3 
  •  “Verrekening FBB vereist betaling van buitenlandse belasting”, Fiscoloog (I.) 2004 , nr. 246, 3-5 
  • “Belgische FBB-regeling strijdig met verdrag”, Fiscoloog (I.) 2003, nr. 241, 1-2 
  • “Uitwisseling van inlichtingen: draagwijdte”, Fiscoloog (I.) 2003, nr. 237, 5-6 
  • “Buitenlandse kaderleden: onbelastbaarheid buitenlandse prestaties bij split-payroll”, Fiscoloog (I.) 2002, nr. 221, 5-6 
  • “Buitenlandse lesopdracht verhindert taxatie in België niet”, Fiscoloog (I.) 2001, nr. 207, 3-4 
  • “Bouwwerf en vaste inrichting”*, Fiscoloog (I.) 2001, nr. 210, 2-3 
  • “‘Velasquez’ in de personenbelasting”, Fiscoloog (I.) 2001, nr. 216, 1-3 
  • “Ziekte-uitkeringen vallen onder het restartikel”, Fiscoloog (I.) 2001, nr. 216, 1-3 
  •  “Tax-equalisation: wat met de parafiscale druk?”, Fiscoloog (I.) 2000, nr. 195,  7-8 
  • “Buitenlandse kaderleden: rechtspraak erkent wettelijkheid circulaire”, Fiscoloog (I.) 2000, nr. 202, 2-4 
  • “Buitenlandse kaderleden; huurverlies en bewijs van buitenlandse prestaties”, Fiscoloog (I.) 2000, nr. 203, 3-4 
  • “Belastingvrije vergoedingen: verduidelijkingen bij berekening”, Fiscoloog (I.) 2000, nr. 197, 1-2 
  • “Loonbegrip uitgelegd aan de hand van zinsverband”, Fiscoloog (I.) 1999, nr. 193, 1-3 
  • “Omrekeningsverliezen: aftrekbaar bij hoofdzetel”, Fiscoloog (I.) 1998, nr. 175, 5-6 
  • “Hoe wordt een niet-concurrentiebeding belast?”, Fiscoloog (I.) 1998, nr. 171, 7-8 
  • “ABOS-circulaire: geen wettelijke basis voor bijzonder forfait”, Fiscoloog (I.) 1997, nr. 168, 6 
  • “Terugbetaling RV: wanneer moratoriumintresten?”, Fiscoloog (I.) 1997, nr. 168, 4-6   
  • “Antillen-route: streng arrest over onsympathieke feiten”, Fiscoloog (I.) 1996, nr. 149, 4-5 
  • “Interesten en royalty’s van vaste inrichtingen van Duitse ondernemingen”, Fiscoloog (I.) 1996, nr. 155, 2-3 
  • “Verhouding bestuurders- en grensarbeidersregeling”, Fiscoloog (I.) 1996, nr. 157, 6-7 
  • “In eigen beheer gevormde Nederlandse pensioenen”, Fiscoloog (I.) 1996, nr. 157, 4-5 
  • “Internationale chauffeurs uitgesloten van grensarbeidersregeling”, Fiscoloog (I.) 1996, nr. 153, 1-2 
  • “DBV verenigbaar met Europees gemeenschapsrecht”, Fiscoloog (I.), 1996, nr. 147, 3-6 
  • “Velasquez-doctrine voor de tweede maal zwaar onder vuur”, Fiscoloog (I.), 1995, nr. 138, 1-2 
  • “Vaste inrichting: voldoende onderling verband tussen werven”, Fiscoloog (I.) 1995, nr. 143, 6-7 
  • “Pragmatische beoordeling van het begrip stopzetting”, Fisc. Act. 1995, nr. 19, 7-8 
  • “Afzonderlijke fiscale woonplaats voor gehuwden”, Fiscoloog (I.) 1994, nr. 132, 2-3 
  • “Registratierechten op vonnissen en arresten”, Tableau 1994, nr. 18, 3-4 
  • “Progressievoorbehoud: proportionele omdeling blijft de regel bij berekening van vrijstelling”, Fiscoloog (I.) 1994, nr. 130, 6-7